Schrijftip 15 | Dag censor, ik luister
Ken jij de censor, die innerlijke criticus die opduikt als je net lekker aan
het schrijven bent? Die stem die ervoor zorgt dat je je schrijfproject telkens
weer uitstelt en je er uiteindelijk toe verleidt om er maar helemaal mee te
stoppen, want wat voor zin heeft het? Wie zit er te wachten op jouw
schrijfsels? Ga liever wat nuttigs doen. Wat doe je met de censor? Durf je die stem een plek te geven in je leven?
Wellicht ken je boek ‘Zin.
Lust in je leven door schrijven’ van Geertje Couwenbergh. Zij hanteert een
methode, genaamd ‘schrijfbeoefening’. Tien minuten (of langer of korter)
schrijven over een onderwerp zonder je pen van het papier te halen. Schrijven,
schrijven, alle eerste gedachtes die in je opkomen om zo een rechtstreekse
verbinding te maken tussen jouw geest en het papier.
Een van de manieren om te dealen met de innerlijke criticus is door deze aan
het woord te laten middels deze methode. Ga zitten, zet je timer op tien
minuten en laat de criticus ongezouten aan het woord. Schrijf daarbij in de
jij-vorm en laat hem of haar lekker zeiken. Zeg daarna: ‘dank je’, zet er een
streep onder en ga verder met schrijven. Die criticus hoort nu eenmaal bij je
leven als schrijver. Deal with it. Dit geldt overigens ook voor je fan of beste
vriend(in). Laat die ook eens aan het woord en hoor hoe die zegt: You got this!