Afgelopen week was Schrijfjuffer Barbara een kleine acht dagen op schrijfretraite. Ja, je leest het goed: ze was ACHT dagen weg. Van huis. Zonder gezin. Vrij van werk. Het enige waar ze zich druk om hoefde te maken was het schrijven van haar tweede thriller. En dat geluk gunt ze jou ook!
Nu hoor ik je nu denken: acht dagen gaat mij echt niet lukken. Een midweek is al teveel. Een weekendje misschien? Lastig.
Nee, met die instelling komt het er inderdaad niet van.
Hoe het wel kan
En daarom ga ik je nu vertellen hoe het wel kan. Want exclusieve schrijftijd is een must voor iedereen die serieus een boek wilt schrijven.
Exclusieve schrijftijd. Die je kan natuurlijk ook ’s ochtends claimen, tussen zes en zeven bijvoorbeeld. Vóórdat andere zaken en verplichtingen om aandacht vragen. Ik ben echter niet op m’n best om zes uur, laat staan eerder.
’s Avonds dan? Na het eten, als eventuele huisgenoten in bed, op hun kamer of voor een scherm hangen? Bij mij zou dat betekenen dat ik pas tegen tien uur achter mijn computer kan kruipen. Hoezeer ik het schrijven ook lief heb, tegen die tijd wil ik alleen maar met een kop thee of glas wijn op de bank liggen.
Het weekend wellicht? Elke zondagochtend als huisgenoten liggen te slapen, kruip jij misschien achter je computer voor weer een paar hoofdstukken. Het kan werken, maar niet bij mij.
Even helemaal niets
De cynicus onder ons zou kunnen stellen dat ik simpelweg niet graag genoeg wil schrijven. Ik bestrijd deze conclusie door te stellen dat ik het simpelweg te druk heb met werk en gezin en alles wat daarbij komt, om de rust te hebben om tussendoor te schrijven aan mijn boek.
‘Rust’ en ‘tussendoor’ zijn hier de cruciale woorden.
Kijk, een blog heb ik inmiddels prima tussen de bedrijven door in een paar uurtjes op papier gezet. Maar voor het schrijven van een boek heb ik meer ruimte nodig. Ik moet als het ware mijn verhaal in kunnen dalen en onderdeel worden van mijn eigen verzonnen wereld. Ik speel daarin geen rol, ik volg enkel mijn personages en schrijf op wat ze zeggen en doen.
Daar kan ik geen huisgenoten bij gebruiken, een telefoontje van werk of zelfs de wetenschap dat ik over twee uur boodschappen moet gaan doen. Nee, ik moet die focus kunnen creëren én vast kunnen houden, en me om niets anders druk hoeven maken. En daarom ga ik dus af en toe op schrijfretraite.
Waarom zo lang?
Het liefst een week, want hoe romantisch het ook mag klinken, het is niet zo dat ik ga zitten en ‘boem’ ik zit in mijn eigen wereld en de woorden stromen uit het toetsenbord. Ook ik moet opstarten, aan de nieuwe omgeving wennen, in het verhaal komen en mezelf de ruimte geven voor uitstelgedrag en research (tot dat dit ook weer uitstelgedrag wordt). En ook als het dan eenmaal lekker loopt, dan zijn er altijd dips of dode momenten, waar je rekening mee hebt te houden. Schrijven is uiteindelijk intensief en hard werken, maar als het lukt, is het enorm bevredigend.
Je vraagt je wellicht af of mijn boek wel afkomt, als ik daar elke keer voor op retraite moet? Nee, gelukkig voor mijn huisgenoten en mijn portemonnee is het ook weer niet zo erg. Als eenmaal mijn verhaal staat, de personages hun vorm hebben gevonden en ik weet wat in welk hoofdstuk aan de orde komt, dan ben ik prima in staat om ook in dagdelen aan mijn boek te werken. De crux is dan wel om in een vast en regelmatig schrijfritme te blijven, om te voorkomen dat ik alsnog uit mijn verhaal raak.
De caravan is ook een optie
Misschien denk je nu wel: dat is allemaal leuk en aardig en zou ik ook wel willen, maar een schrijfretraite is niet gratis. Nee, dat is het niet. Maar het is ook zo duur als dat je het zelf maakt.
Er zijn schrijfvakanties met schrijfcoaches en workshops en heel veel heerlijk eten. Ja, daar hangt een prijskaartje aan, zeker als het in het buitenland is. Maar aan de beginnende auteur zou ik adviseren hier serieus voor te sparen, want je krijgt er ook heel veel voor terug.
Gaat het je nou – zoals bij mij afgelopen week – puur om langere periode schrijftijd te kunnen claimen, dan kan een hotel, vakantiehuis of caravan ook een prima optie zijn. Of het huis van vrienden die op vakantie zijn. In ruil voor de post en de poes, kan jij dan in hun huis schrijven.
Onmisbaar
Dan nog even dit.
Een veelgehoord argument (of excuus, zo je wilt) dat ik hoor is, ‘Het lijkt me heerlijk, maar ik kan mijn partner echt niet zo lang alleen met de kinderen laten.’ Daarop heb ik maar één ding te zeggen: iedereen is onmisbaar. Of zou dat moeten zijn.
Oké, je hebt altijd uitzonderingen en er zijn fases in je gezinsleven dat een week weg echt geen optie is. Maar over het algemeen kunnen je partner en kinderen echt wel een paar dagen zonder je. Misschien met wat meer gefrituurd of afgehaald eten, en een wat minder opgeruimd huis dan jij zou willen. Loslaten, heet dat.
Of je vertelt je partner van die schrijfster, die zomaar een schrijfretraite cadeau kreeg van haar man. En daar een nóg leukere vrouw voor terug kreeg.
Zeg nou zelf, wie wilt dat nou niet?