Kritiek: maakt het je zwak of sterker?

Iedereen maakt ze aan het begin van het nieuwe jaar: goede voornemens. Vaak hebben ze betrekking op je lichaam. Je neemt je voor gezonder te eten,te stoppen met roken of vaker de moed op te brengen om naar de sportschool te gaan. Voor mij ging het bij de laatste jaarwisseling echter vooral om mijn persoonlijkheid. Ik heb mij voorgenomen te leren hoe ik moet omgaan met kritiek.

Het manuscript van mijn historische roman ‘ Omdat u het zegt’ is al drie jaar in ontwikkeling. Een paar weken geleden heb ik versie negen afgerond en het is niet overdreven om te zeggen dat die in niets meer lijkt op versie één.

Afgehaakt

Mijn derde versie is gelezen door een aantal familieleden en vrienden. Van tevoren had ik iedereen gevraagd om vooral eerlijk te zijn. Hoewel ik weet dat mijn proeflezers dit zoveel mogelijk hebben gedaan, zal hun oordeel alsnog vaak positiever hebben uitgepakt dan terecht was, omdat ze me niet wilden kwetsen.

Toch had een van mijn vriendinnen de moed me te vertellen dat ze op bladzijde 61 was afgehaakt, omdat het verhaal te saai was en de personages voor haar niet voldoende leefden. Zelfs haar compliment dat ik  ‘echt kan schrijven en prachtige beeldende scѐnes kan neerzetten’ viel volledig in het niet bij haar kritiek.

Hoe goed bedoeld ook (en ik had er zelf om gevraagd!), een dergelijke conclusie maakt je onzeker. Vervolgens lig je de hele nacht te malen: is het niet veel te hoog gegrepen om een roman te willen schrijven? Kan ik dit wel? Hoewel ik normaal geproken met een gezonde dosis zelfverzekerheid door het leven stap, wetend dat ik goed ben in mijn vak en dat het me niet voor niets gelukt is een succesvol eigen bedrijf op te zetten, blijft dat zelfvertrouwen tot nu toe achterwege als het op schrijven aankomt.

Au!

De eerste keer dat mijn verhaal een professionele manuscriptbeoordeling doorliep, in combinatie met een schrijfcursus, was op zijn zachtst gezegd schrikken. Er mankeerde nogal wat aan. Het plot rammelde, de perspectieven klopten niet (om over het aantal perspectieven nog te zwijgen) en ik herhaalde veel te veel. Het advies was kort en krachtig: schrappen, schrappen, schrappen.

Au, dat deed zeer. Mijn verhaal, waar zoveel uren werk in had gezeten, moest volledig op de schop. Hele hoofdstukken sneuvelden of werden zodanig aangepast dat er na afloop vrijwel niets herkenbaars meer in zat. Je wilt je boek uitgeven, dus volg je de adviezen van een professional blindelings op. Hoeveel pijn het soms ook doet. Gelukkig moest ik na afloop toegeven dat het verhaal inderdaad veel beter was geworden door de grote ‘schrap-operatie’. Vol goede moed zette ik door.

Schokkend

Drie versies later volgde een tweede manusriptbeoordeling. Tot mijn opluchting was het leesrapport deze keer positiever. Desondanks was er nog steeds kritiek. Weer moest ik slikken dat een scѐne die ik zelf mooi vond, als ongeloofwaardig en zelfs ‘te schokkend’ werd weggezet. Mijn schrijftechnieken waren dan wel verbeterd, maar nu kwam de vraag hoe mij verhaal straks door lezers zou worden ervaren.

Hoe kon het gebeuren dat twee van mijn eigen proeflezers de betreffende scѐne zo anders beoordeelden dan de professional? Het was ‘schitterend omschreven, ik zag het helemaal voor me, dit moet je zeker zo laten’, versus ‘veel te gruwelijk, ik ben als lezer net zo geschokt als je personages’.

Eigenheid

Een ander soort onzekerheid volgde; er was twijfel. Een deel van mij wilde meegaan in de kritiek en de scѐne schrappen. Maar een ander deel kwam in opstand: dit was de kern van het verhaal. Het einde waar alles toe leidde. Dit wilde ik niet.

Weer lag ik uren te piereken. In hoeverre is kritiek objectief? Hoe vaak is het niet zo dat een boek door de een bewonderd wordt en door de ander juist verguisd? Smaken verschillen nu eenmaal. Natuurlijk heeft een professional een goede kijk op schrijftechnieken en op wat een boek nodig heeft. Maar ook zo iemand heeft persoonlijke voorkeuren. Als ik nu zou meegaan in de kritiek, verloor mijn boek dan niet zijn eigenheid? Was het dan nog van mij?

Met deze vraag in mijn achterhoofd heb ik versie negen geschreven. De schokkende scѐne heeft stand gehouden en ik werd een beetje sterker.

Binnenkort volgt een derde manuscriptbeoordeling. Ik heb me voorgenomen de commentaren serieus te nemen, er mee aan de slag te gaan, maar er niet meer wakker van te liggen. Versie tien moet de laatste versie worden, waarmee ik op zoek ga naar een uitgever. Met een gezonde portie zelfverzekerdheid en vertrouwen in mijn verhaal.

 

 

 

 

Wellicht vind je dit ook leuk?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.