Maar ik kan niet schrijven!

Af en toe geven we op Schrijfjuffers.nl het woord aan een gastblogger. Iemand die, net als wij, zijn of haar auteurservaring met andere schrijvers en lezers wil delen. Omdat we ervan overtuigd zijn dat als we van elkaar kunnen leren, dat ons allemaal verder helpt.

Ira Koval (1979) verhuisde in 2000 van Oekraïne naar Nederland. Naast haar werk, gezin en passie voor dansen vertaalt ze Nederlandse boeken voor de Oekraïense markt, waaronder de bekende serie over ‘Dummie de Mummie’ van Tosca Menten en het kinderboek ‘Alle dieren levend en vrij’ van Mariken Jongman.

Maar ik kan niet schrijven!

Dat waren mijn eerste woorden toen een goede vriendin en tevens Schrijfjuffer Kristel mij vroeg om een gastblog te schrijven voor de website van de Schrijfjuffers.

Even terugspoelen naar zo’n 25 jaar geleden. Ik ben een jaar of 15 en zit op een middelbare school in Kiev, de hoofdstad van Oekraïne. Een vriendinnetje, de creatieveling van de groep, besluit dat ze een boek wil schrijven. En niet zomaar een boek, nee. Haar inspiratie komt van Stephen King, Agatha Christie en de film ‘Omen’ en het zal ongetwijfeld de grootste bestseller aller tijden worden. Natuurlijk kunnen de anderen niet achterblijven en binnen de kortste keren zit de hele klas ijverig te schrijven. Inclusief ikzelf.

No idea

Echter, de openbaring komt al snel genoeg: ik heb geen fantasie. Hoewel het opstellen van mooie zinnen mij gemakkelijk af gaat, heb ik werkelijk geen idee waar het verhaal naartoe moet. Wat gaat er gebeuren met hoofdpersonen, wat gaan ze beleven, waar gaan ze heen… No idea. Niet dat ik daar heel verbaasd over was. Op school kon ik moeiteloos een essay over elk onderwerp schrijven, zolang dat onderwerp maar duidelijk was. Terwijl mijn klasgenootjes nog zaten te zwoegen, schudde ik zo een lang stuk tekst uit mijn mouw. Maar als (fictie)boekenschrijver moet je het verhaal toch zelf bedenken en ik heb al moeite met het verzinnen van slaapverhaaltjes voor mijn kinderen. Dus keiharde bèta wetenschappen gaan studeren – scheikunde – was voor mij een logische stap na mijn mislukte carrière als scholierschrijfster.

Vertalen

Maar het lot en de faculteit scheikunde van de Universiteit Leiden besloten dat ik op mijn 20ste naar Nederland zou verhuizen. Na een jaar sprak ik een beetje Nederlands en twintig jaar, een Nederlandse man en twee kinderen verder, heb ik de taal aardig onder de knie. Het Nederlands behoort echter niet tot de populairste talen in Oekraïne, en vice versa. Dus toen een Oekraïense uitgever op zoek was naar iemand om een Nederlands kinderboek naar het Oekraïens te vertalen, hebben ze via een vriendin mij benaderd. En was ik ineens toch weer met schrijven bezig…

Shitten

Een ander soort schrijven, dat wel. Als vertaler heb je natuurlijk een andere rol. Je hoeft je niet druk te maken om het verhaal, want de auteur heeft het al bedacht, maar jij bent diegene die het in een andere taal mag opschrijven. Het is een bijzonder gevoel om de personages die iemand anders heeft verzonnen, in een andere taal hun stemmen te geven. Tevens probeer ik als vertaler zo onzichtbaar mogelijk te zijn en zo dichtbij mogelijk bij de schrijfstijl van de auteur te blijven. Het leukste vind ik het vertalen van woordgrapjes en uitdrukkingen. Soms loop ik dagen na te denken hoe ik een bepaalde woordgrap moet vertalen. De reeks ‘Dummie de Mummie’ van Tosca Menten biedt in die zin genoeg uitdagingen. Omdat Dummie gebrekkig Nederlands spreekt, zegt hij soms grappige dingen, zoals ‘shitten’ in plaats van ‘zitten’, of ‘schapen’ in plaats van ‘slapen’. En laten die woorden in het Oekraïens nou net in de verste verte niet op elkaar lijken… Uiteindelijk heb ik de zin ‘Blijf zitten’ veranderd in het simpele ‘Zit’, wat in het Oekraïens een beetje lijkt op het woord ‘kont’. Dus ‘zitten-shitten’ werd ‘zit-kont’, wat enigzins in de buurt komt van het grapje dat Tosca Menten wilde maken. Enigzins, maar niet helemaal. En dat is meteen een nadeel van het vertalen: je kunt het benaderen, maar nooit evenaren…

Puzzelen

Weer een andere tak van sport is het vertalen van gedichten. Wellicht speelt mijn bèta achtergrond daarin een rol, maar ik benader het als een wiskundig probleem dat ik moet oplossen. Je hebt een beperkt aantal woorden om de betekenis over te brengen, en met deze beperkte woordkeuze moet je de rijm vinden en het ritme behouden. Ik begin dus met het opschrijven van een letterlijke vertaling van een couplet en ga dan puzzelen. Gelukkig kun je in het Oekraïens spelen met de woordvolgorde, waardoor je veel combinaties kunt creëren. Maar ik zit regelmatig in woordenboeken te zoeken naar alle mogelijke synoniemen van woorden en de lettergrepen te tellen om te zorgen dat het ritme niet verandert.

Natuurlijk is het vertalen van een boek niet te vergelijken met zelf een boek schrijven. In die zin ben ik stiekem een beetje jaloers op de Schrijfjuffers. Het lijkt mij heel knap als je een verhaal kunt verzinnen dat anderen graag willen lezen. Maar bij gebrek aan fantasie biedt het vertalen een erg leuk alternatief om toch te schrijven – zelfs als je niet kunt schrijven.

Wellicht vind je dit ook leuk?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.