Feelgood

Feelgood thriller

Wie een boek schrijft, kan heel wat vragen verwachten. Een overtuigende elevator pitch is dan ook in meerdere opzichten belangrijk. Toch heeft Schrijfjuffer Barbara niet overal een antwoord op.

‘Met wie kan ik het vergelijken?’ Buurvrouw N. keek me verwachtingsvol aan. Ik had haar net enthousiast verteld dat mijn debuutthriller Familiegeluk vanaf 13 december in de winkel zou liggen en zij had zo mogelijk nog enthousiaster geroepen dat ze het ‘zeker zou kopen.’ Tegelijkertijd wilde ze ook meer weten. En ik? Ik stond met mijn mond vol tanden.

Waar gaat het over?

Veruit de meest gestelde vraag die ik krijg als mensen horen dat ik een boek heb geschreven, is  ‘waar gaat het over?’ Riep ik enkele maanden geleden nog verward, ‘waar moet ik beginnen?’ inmiddels ben ik in staat hier kort en bondig op te reageren.

Na het overlijden van haar moeder ontdekt Lisette dat deze een geheim bij zich droeg. In haar zoektocht naar antwoorden, blijkt al snel dat iemand de waarheid liever verborgen houdt en is Lisette op het laatst haar leven niet meer zeker.

Het laatste deel van die zin spreek ik dan uit op mysterieuze toon, zodat iedereen begrijpt dat het om een spannend verhaal gaat. Tenslotte roept de titel Familiegeluk makkelijker idyllische beelden op van grote gezinnen met veel schattige babies en uitgebreide feestmaaltijden in een zonovergoten tuin, dan moord. Vandaar ook de ondertitel ‘hoe ver zou jij gaan?’ Die vraag zet het “geluk” in perspectief.

Goed gevoel

Om te voorkomen dat mijn toehoorder na mijn korte samenvatting van het verhaal denkt dat Familiegeluk zo’n thriller is waarin het bloed van de muur druipt of je als lezer na elk hoofdstuk met verhoogde harstslag achterlaat, roep ik meestal ook direct ‘het is een feelgood thriller!’ Een wat? Een feelgood thriller: een spannend verhaal dat je tijdens het lezen al een goed gevoel geeft, omdat niet het ene na het andere gemankeerde lijk opduikt en de hoofdpersonage niet continu achterna gezeten wordt door iemand met een obsessie voor messen. Bijvoorbeeld. Maar wel spannend, vanwege de zoektocht naar de waarheid en de vraag wie te vertrouwen. Kortom, een boek dat ook geschikt is in het donker.

‘Met wie kan ik het vergelijken?’ vroeg mijn buurvrouw dus. ‘Eh…’ zei ik en dat is natuurlijk helemaal niet het juiste antwoord.

Bewonderen

Het probleem is dat ik heel veel auteurs kan noemen die ik bewonder en door wie ik me laat inspireren. Ik ben opgegroeid met Annie M.G. Schmidt,  Edith Blyton, Thea Beckman en Jan Terlouw. Dit combineerde ik moeiteloos met Cissy van Marxveldt, Olaf J. de Landel, Netty Wijchgel en Leni Saris. Ik las Susan Howatch, Judith Michael, Georgette Heijer en later Helen Fielding, Diana Gabaldon, Jo Jo Moyes, maar ook J.K. Rowling. En natuurlijk de detectives van Agatha Christie, Ellery Queen, Dorothy Sayers en Patrick Quinten. Klassiekers die soms hopeloos ouderwets aandoen in de huidige tijd van de bloedstollende thriller, maar de basis legden voor mijn liefde voor het genre.

Inspireren

Nog steeds zijn er genoeg thrillers waardoor ik me graag laat inspireren. Neem de Kraamvrouw of Lieve mama van Esther Verhoef of Broertje van Michael Berg. Ook Enter van Willem Asman heb ik in een adem uitlezen, juist omdat het weer zo anders is. En wie herinnert zich nog de eerste boeken van Nicci French? Ook de Q serie van Jussie Adler Olsen kan ik iedereen aanraden, net zoals de eerste drie delen van de Millenium serie en alle boeken van Sharon Bolton. Een mooi recent voorbeeld van spanning opbouwen vind ik The Defence van Steve Cavanagh en de boeken van Robert Galbraith zijn alleen al de moeite waard om de sfeerbeschrijvingen en aantrekkingskracht tussen de hoofdpersonages. Maar Familiegeluk vergelijken met een van deze voorbeelden? Dat gaat me echt veel te ver!

Gezellig

‘Jill Mansell,’ riep Tamara toen ik de vraag van mijn buurvrouw in de Schrijfjuffers groep gooide. ‘Jill Mansell is inderdaad een goeie,’ reageerde Antoinette direct. ‘Pardon?’ was mijn ietwat verbolgen reactie. ‘Is dat geen chicklit auteur?’

Toen ik besloot serieus werk van mijn schrijfambities te maken, was ik tien jaar jonger, verslingerd aan Brigitte Jones, Sex in the City en alle boeken van Marian Keyes. Een chicklit leek me een laagdrempelige – en dus goede – keus om mee te starten. Door diverse omstandigheden belandde het verhaal uiteindelijk in de kast en schreef ik Familiegeluk. Een thriller, die notabene wordt uitgegeven door de Crime Compagnie. Hoezo die vergelijking met een chicklit auteur?

‘Het is de schrijfstijl,’ zei Tamara stellig. ‘Het leest gezellig.’

Gedoseerde spanning

Men zegt wel dat je als schrijver je pen moet zoeken. Mijn pen is toegankelijk met veel dialogen en herkenbare personages. Een derde van het oorspronkelijke verhaal is in het schrijfproces gesneuveld ten faveure van de spanning. En mijn hoofdpersonage Lisette heeft inmiddels flink meer tegenslagen te verwerken dan in de eerste versie van mijn manuscript. Het verhaal is daardoor minder voorspelbaar dan een chicklit, maar wel even gezellig.

En dan is de cirkel toch weer rond. Want een synoniem voor gezellig is aangenaam of plezierig. En is dat niet precies wat feelgood ook is?

Wellicht vind je dit ook leuk?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.